Vernietigd

Steeds moest je mij uittesten en pijnigen om te zien of ik te vertrouwen was. Keer op keer slaagde ik voor jouw test en was je verbaasd. Je liep weer weg, nam geen contact met mij op en liet mij dagen onwetend en verlaten achter. Zelfs toen je eenmaal wist dat ik verlatingsangst heb. Dat weerhield jou er niet van om mij te blijven kwellen. Je deed er echt alles aan zodat ik een hekel aan je zou krijgen en je nooit meer wilde zien.

De allerergste dingen heb je tegen mij gezegd om mij slecht over mijzelf te laten voelen. In de hoop dat ik een afkeer tegen je zou krijgen. Je noemde mij vaak dik en lelijk, zei dat je mij toch niet nodig had en een andere vrouw wil. Vervolgens verdween je dagenlang. Iedere keer dat je weer wegliep, werd ik een stukje kleiner en ging ik twijfelen aan mijzelf. Mijn zelfvertrouwen is van mij afgenomen. Dit ligt ergens diep begraven onder de grond. Je hebt mij gemarteld, afgestoten en vertrapt. De vrouw die van alles in deze wereld, het allermeeste van jou houd. 

Ik haat de man die gamen en alcohol boven mij verkoos. Boven onze toekomst, we zouden trouwen en een gezinnetje stichten. In jou zit een lelijk monster, de verslaving heeft jouw hart en ziel vergiftigd. Jij bent zelf de verslaving geworden. Wat er nu nog van je over is gebleven is slechts een omhulsel die de strijd heeft verloren van al zijn demonen. 

Ik hield van al je imperfecties maar jij hield niet van de mijne. Je maakte mij iedere keer meer en meer kapot. Ik heb niets van dit alles verdiend. Ik verdiende het niet dat je met andere vrouwen bezig was. Ik verdiende het niet dat je mij onzeker maakte. Ik verdiende het niet om dagenlang te worden genegeerd. De pijn die ik had en de angst om jou te verliezen. Zo vaak gaf ik je weer een nieuwe kans omdat ik in jou geloofde en ik gewoonweg te viel van je hield. Je hebt de liefste vrouw opgegeven die God je heeft gegeven na jouw smeekgebed. De vrouw die jou nooit had opgegeven. 

Je hebt geen enkel respect voor mij. Geen respect voor hoe lang ik voor jou heb gevochten. Mij in de steek laten vond je niet pijnlijk genoeg. Ik was al gebroken, er was niets meer van mij over. Maar jij besloot om nog een trap na te geven. God ziet alles. Zoenen met een ander. Daar heb je nu geen spijt van. Dat komt wel, geloof mij. Er zal niemand zijn die zoveel geduld heeft als ik heb. Geen enkele vrouw zal in je geloven zoals ik dat deed. Je zal niemand vinden die jou gelukkig zal maken. Je zal iedere vrouw gaan vergelijken met mij. Een andere stem, ander haar, andere lippen, een ander lichaam waar je tegen aan zal liggen. Na een tijdje zal je beseffen dat ik de allerbeste vrouw ben die je je maar had kunnen wensen. Zo gaat het altijd. Zo zal het nu ook gaan.

Je zal jezelf niet vergeven en jezelf nog meer gaan haten. En zelfhaat is het ergste wat er bestaat.